In de dienst om 19.30 uur sta ik stil bij het Bijbelgedeelte 1 Kronieken 29: 10-19. Alvast iets om over na te denken. “Vader geeft zijn zoontje iedere week zakgeld. Als zijn zoontje van dat zakgeld een cadeau koopt voor zijn vader, dan heeft vader toch eigenlijk zijn eigen cadeau betaald? Kan heit dan toch blij zijn met dit cadeau?” Ds. G. Timmer