Wat wil je later worden / Wie wil je zijn ?
Wanneer je (kleine) kinderen vraagt wat ze later willen worden krijg je de meest uiteenlopende antwoorden. De reactie van jongens is vaak machinist, politieagent, boer of misschien wel topsporter (met de bijhorende ‘miljoenen’ inkomsten).
In mijn jeugdjaren gaf een jongetje als reactie op de vraag wat hij later wilde worden aan dat hij een baan als ‘stronttrekker’ ambieerde (bedoeld werd loonwerker).
De reactie van meisjes op de betreffende vraag is meestal ietsje bescheidener.
Maar wanneer je de vraag weer stelt wanneer de kinderen iets ouder zijn geworden en tot het besef gekomen dat hun eerste ideale beroep buiten hun bereik ligt dan is het antwoord vaak iets in de orde van ‘ik wil graag een goed leven leiden, gelukkig zijn en mij niet te veel zorgen hoeven maken om ziektes of voldoende inkomen’.
Een verdere vraag over wie / wat wil je wilt zijn wordt eerst een weder vraag gesteld: ‘Wat bedoelt u daar precies mee ?’ De vraag is zo bedoeld, wie wil je zijn als mens voor je naasten voor je omgeving, voor de Eeuwige ? Dat heeft met je beroep of status of wat dan ook maar weinig te maken.
Soms krijg je een min of meer ontwijkend antwoord in de trant van: ‘Ik ben niet zo goed in dit of dat zoals iemand anders die je voor jezelf als voorbeeld hebt’. Wat / Wie wil ik zijn voor mijn medemens. Recentelijk hoorde ik daarover het volgende. Toen ik jong was wilde ik de hele wereld veranderen, beter maken, althans naar hoe ik dacht dat de wereld eruit zou moeten zien; toen ik wat ouder werd wilde ik graag ons eigen land veranderen, nog weer later wilde ik de stad waarin ik woonde veranderen, en daarna was ik al tevreden wanneer ik mijn eigen familie zou kunnen veranderen. Nu ik oud geworden ben denk ik vaak: was ik maar begonnen met mijn eigen familie, dan zouden wij daarna gezamenlijk onze stad kunnen aanpassen en daarna met alle inwoners van onze stad ons gehele land kunnen beïnvloeden en tenslotte met alle mensen in ons land de wereld kunnen bewerken. Was ik maar begonnen met de naasten om mij heen. Conclusie: Laten wij maar in onze directe omgeving navolgers van Christus zijn dan breidt dat zich vanzelf uit.