Als de vakantietijd aanbreekt, wordt het vaak wat rustiger in de kerk. Niet alleen zijn de meeste activiteiten onderbroken. Ook mis je in de kerkbanken een aantal vertrouwde gezichten: mensen zijn voor een aantal weken vertrokken. Meestal worden die plaatsen niet opgevuld door vakantiegasten van elders, want in ons dorp is er geen grote toestroom van toeristen. Ik heb trouwens het gevoel dat vakantiegangers niet zo vaak op zondag de kerk opzoeken.
Zelf doe ik dat altijd. En dan merk ik, dat we in ons land eigenlijk helemaal niet zoveel te klagen hebben. Ik was eens in Denemarken. Mijn vakantiehuisje stond op het platteland, waar heel wat pittoreske witte kerken stonden, maar zelfs op zondag bleek er maar een enkele open te zijn. Elk dorp kreeg eens in de zoveel weken de gelegenheid de predikant van de streek in een dienst te treffen. Maar dat leidde niet tot een stormloop. De zondag dat ik er was, waren er welgeteld 7 kerkgangers. Als vreemdeling val je dan extra op, en ik had de indruk dat de predikant blij verrast was: een nieuw gezicht! Ik heb hem na afloop maar niet verteld, dat ik er geen woord van verstaan had.
Op een andere zondag leek het heel anders. Bij de kerk waar ik de dienst zou bijwonen stond al een flinke menigte, en ze waren blij elkaar te zien. Ik merkte al gauw wat er aan de hand was: het was dopen! En toen maakte ik iets heel merkwaardigs mee: nadat er gedoopt was, verliet 80 procent van de aanwezigen de kerk, terwijl de preek nog moest beginnen!
Toen ik van vakantie terug was, keek ik op de eerstvolgende zondag blij rond in mijn niet geheel gevulde kerk, en ik telde mijn zegeningen. En bij een doopdienst weet ik: ze blijven allemaal zitten, en ik doe extra mijn best om een aansprekende preek te houden.